Het weer dat we dit jaar hebben is niet gemakkelijk. Vooral veel regen met effecten op schimmelziektes.
Toch is het niet alleen klagen door het weer. Een van de voordelen van neerslag is een hogere RV. Daarvan profiteren een heel aantal predatoren, die anders tijdens warm zomer weer soms deels uitstierven, zoals de cucumeris (tegen trips), californicus (tegen spint), aphidoletes (tegen luis).
Komende dagen wordt warm weer verwacht, met daarna weer een omslag naar regenachtig weer.
vooral deze omslag heeft effect op de kwaliteit van aardbeien. Bij het warme weer worden de wortels door de hogere temperatuur in het substraat flink actief. Als het dan plotseling nat wordt, kunnen de planten niet veel meer verdampen, de RV is immers omhoog gegaan. De wortels “pompen” wel door, waardoor een hogere worteldruk ontstaat in de plant, die bij planten met rijpe vruchten er aan lijdt tot zachte vruchten.
Een van de beste methodes om dit te voorkomen, is om als we dit aan zien komen eerder te stoppen met water geven, zodat het substraat niet erg vochtig meer is, en de wortels minder tot geen druk opbouwen in de aardbeien / vruchten.
voorbeeld: stel dat er zaterdagavond regen komt, na een warme dag (onweer). Hou dan afhankelijk van de zon op zaterdagmiddag, rond 15.00 op met water geven. Het substraat wordt dan wat droger (niet te droog..) en de wortels bouwen minder druk op.
Op dit moment is er vrij veel veroudering in doordragers te zien. Gewassen, waarvan het blad verkleurd, alsof het herfst is. In een erg geval heeft dat tot gevolg, dat de opbrengst, smaak en gewicht van de aardbeien achteruit gaat. Goed is het nooit.
Dit jaar lijkt er wel een duidelijke relatie te zijn tussen het water geven en de veroudering. Globaal zijn er 2 methoden van water geven: op tijd of op straling. -Tijd: er wordt door een tijdklok of computer programma op basis van vaste tijden water gegeven. –Straling: op basis van de stralingssom wordt water gegeven. Dat betekent: bij zonnig weer wordt er sneller water gegeven, bij donker weer wordt er minder water gegeven. Er is een goede relatie tussen straling en verdamping. Daarmee komt het water geven op basis van straling dichter bij de behoefte van de plant in de buurt. –Straling + Tijd: er wordt op basis van straling water gegeven, maar er is een minimum intervaltijd en een maximum intervaltijd ingesteld. Daardoor kan er soms later of vroeger water worden gegeven als op basis van straling alleen.
Bij het watergeven op basis van tijd geven we vaak verkeerd water. Op de dag van instellen klopt het misschien, maar bij ander weer zijn er tijden op de dag dat het substraat te droog wordt en andere tijden waar het substraat te nat wordt.
Dat kunnen we goed zijn aan de aardbeien: – kwaliteit van de vruchten (vaak zachter) – kniktrossen – veroudering (doordragers vooral) – geel verkleuring tussen de nerven (ras verschillen)
Bij de veroudering is dit jaar vrij goed te zien wie er op basis van een goed ingestelde straling water geeft en wie op basis van tijd water geeft. Hieronder een overzicht van verschillende stadia van slijtage. De grootste slijtage vind ik algemeen bij het watergeven op basis van tijd.
In de afgelopen week is de eerste trips in Noord Nederland bij diverse telers gesignaleerd. Niet in grote hoeveelheden, maar her en der een trips en soms al een wat verkleurde vrucht.
Om hier goed mee om te gaan is het belangrijk om op tijd predatoren uit te zetten: – cucumeris: 100-200 stuks/meter – cucumeris: zakjes 100-200 stuks/meter. Belangrijk bij zakjes is: – ze leveren over een langere tijd cucumeris – afhankelijk van het weer duurt het 2-4 weken voordat ze goed terug te vinden zijn in het gewas.
Cucumeris eet alleen de jonge tripsen. Als er veel volwassen tripsen zijn, is orius de enige oplossing.
Bij diverse telers heb ik deze week vruchten gezien die niet helemaal doorkleuren. Waarschijnlijk gaat het hier om wat minder kalium in de vruchten, door het koudere natte weer dat we gehad hebben.
Wat extra kaliumsulfaat in het recept kan daarvoor helpen.
“Als ze zo groot als een olifant zouden zijn, zo het geen probleem zijn. “
Juist omdat ze zo klein zijn, en moeilijk te zien, kunnen ze grote schade in de aardbeien veroorzaken. Elk jaar opnieuw zijn er problemen. Vaak wijzen we naar de plantenkwekers, en ja, daar komen ze soms ook vandaan. Maar ik denk dat ik nog geen een plantenkweker ken die er nooit last van gehad heeft. Op bedrijven met veel zelfpluk zie ik ook regelmatig dat (zelf)plukkers aardbeimijt meenemen.
Dit jaar heb ik nu al verschillende gewassen gezien met problemen met de aardbeienmijt.
Hieronder wat foto’s. Let vooral op de misvormde, wat gekronkelde bladeren en bloemen / bloemknoppen. Belangrijk is wel om te weten dat niet alle blad dat wat misvormd of gekronkeld is een gevolg van aardbeimijt is. Dat kan pas onder de microscoop worden vastgesteld. Andere reden voor gekronkeld blad: – raseigenschap – gevolg van groeiomstandigheden (bv kouden / forst) – bladluis
Created with Nokia Refocus
Als je ze wilt zien is er een microscoop nodig met een vergroting van minimaal 20X.
De beste plek om ze te vinden is in het hart van de plant, net tussen de kleine opgevouwen blaadjes. Daar aan de basis van het blad, bij de bladsteel zijn ze vaak te vinden. De eieren zien er uit als zand (maar ronder), larves hebben niet veel kleur en volwassenen zijn wat geel-bruin van kleur.
Behandeling
Preventief: – op schoon plantmateriaal, zo gauw er voldoende blad aanwezig is: andersoni (40 st/strekkende meter) of cucumeris (100-200 st/strekkende meter inzetten – zorg voor een actief klimaat – zorg voor hygiene op het bedrijf
Curatief: Er zijn verschillende middelen die helpen, als we ze maar daar konden krijgen waar de aardbeimijt is. Omdat ze zo moeilijk te bereiken zijn is een maximum effect van 70-80% te verwachten. Met alleen chemische bestrijdingen heb ik nog geen 100% resultaat gezien.
De beste resultaten zie ik met een mix van chemisch en biologisch: 1- behandeling met abamectine + uitvloeier (voldoende!) met vrij veel water. Het doel is om de blaadjes in het hart van de plant te bereiken. Pas abamectine altijd ‘savonds of evt op een donkere dag toe, omdat het onder invloed van licht afgebroken wordt. 2- herhaal dit na 7 dagen 3- 10 dagen na de laatste behandeling met abamectine: – cucumeris 100-200 st/meter (los gestrooid!) – andersoni: 50-100 st/meter (los gestrooid) 4- 7 dagen na de vorige keer de behandeling met cucumeris of andersoni herhalen
Als de roofmijten in zakjes uitgezet worden, duurt het te lang voor ze actief zijn in het hart van de plant
Preventie in de vermeerdering Aardbeimijt kunnen slecht tegen hoge temperaturen en een lage RV. In Hongarije hebben we enorm goede ervaringen opgedaan met een hoge temperatuurbehandeling tijdens het stekken. Direct na het stekken worden de planten altijd veel beregend om het aanslaan te bevorderen. In Hongarije gebeurt dit in tunnels met vernevelaars. In de eerste week na het stekken worden deze tunnels helemaal dicht gedaan (in de zomer). Het doel is om in deze eerste week de temperatuur van 50oC te bereiken bij 100% RV. Bij deze temperatuur overleven aardbeimijt, spint, bladluis, maar zoals het nu lijkt ook meeldauw en virussen (recent onderzoek) dit niet.
Maar wees voorzichting, als de RV te laag wordt of de temperatuur hoger als 51oC, kan er schade aan de aardbeien optreden. Belangrijk: – 100% RV (normale verneveling: 1 minuut verneveling + 9 minuten pauze) – temperatuur: 0,5-1 uur per dag 50oC -straling max 400-500 Watt (schermen of krijten nodig)
Terug denken – de foto’s in deze post. Stuk voor stuk een schoonheid in zichzelf denk ik. Voor mij laat elke foto de enorme complexiteit zien van alles rond aardbeien. Een heel klein stukje van wat we zien en weten. Ik zie: – Telers die hun best doen om schitterende en heerlijke aardbeien te telen – Vermeerderaars die al hun tijd en energie in hun gewassen steken om uitstekende planten te telen – Veredelaars die al hun kennis investeren in het veredelen van betere rassen
Hoeveel man-jaren zou het een veredelaar kosten om een nieuw ras te veredelen: 10 man-jaren? En een helemaal nieuwe aardbeiplant dan? Hoeveel man-jaren zou het kosten om uit helemaal niets een aardbeiplant te ontwikkelen / telen? Een aardbeiplant met al zijn complexiteit: huidmondjes, verdamping, wortels, energie productie, hormonen, fotosynthese, bestuiving, plant reacties op: RV, temperatuur, insecten, schimmels etc.
Vooruit kijken – neem de tijd om te genieten van het gewas waar je in werkt. Aardbeien in de schoonheid, complexiteit, smaak etc. Voor mij betekent deze complexiteit en de enorme moeite die we doen om alles zo goed en mooi mogelijk te houden, dat het niet zo maar ineens uit het niets kwam. Een ongekend grote, Ontwerper heeft ze gemaakt voor Zijn en voor ons plezier. Kerst betekent voor mij: na dit jaar is er een nieuw jaar dat wacht. Na dit leven is er een nieuw leven dat wacht, omdat Christus dit mogelijk maakt.
Wens: zegeningen voor Kerst, zegening voor het nieuwe jaar en geniet van het mooie leven.
Vorige week was ik bij een bedrijf die op de zelfde morgen praktisch na elkaar met twee verschillende middelen in een zelfde kas gespoten had.
1 middel met een goede uitvloeier in het middel zelf.
1 middel zonder uitvloeier in de formulering, maar ook zonder dat een uitvloeier toegevoegd was.
Een verschil dat heel duidlelijk te zien is. Het geeft ook aan, waarom het zo belangrijk is om een uitvloeier te gebruiken maar ook het gevaar van een uitvloeier.
Bedekking of zoals in Duitsland gezegd wordt benetzung is enorm belangrijk voor de werking van het middel. Duidelijk te zien is dat in het ene middel de bedekking goed is.
De uitvloeier heeft gelijk ook een effect op de waslaag. De waslaag is de eerste bescherming tegen schimmels. Te veel gebruik van uitvloeiers is zeker niet goed.
Zoals de weersverwachting nu er uit ziet komt er komende week een aanzienlijke verkoeling en regen.
Voor iedereen zelf de tijden voor de watergiften invult belangrijk om op tijd aanpassingen te maken. Als het programma van deze warmte doorgaat tijdens koeler en regenachtiger weer kunnen de wortels zuurstof gebrek krijgen door te veel water / te weinig lucht in de wortelzone.
De suzuki vlieg is bij bijna alle telers te zien. Afhankelijk van de plukfrequentie geeft dat meer of minder schade. Het belangrijkste is om de plukfrequentie op peil te houden: minimaal 2 keer liever 3 keer per week overal langs gaan.
Is dat niet mogelijk dan kan een behandeling met Tracer / Benevia (onbedekte teelt) een correctie worden uitgevoerd.
Afgelopen jaren hebben vrij veel telers ervaringen opgedaan met bloemenzone’s. Wat heel duidelijk naar voren kwam in die tijd, is de opbouw van en populatie van “eigen” predatoren. Orius, Gaasvliegen, Zweefvliegen en Lieveheersbeestjes die op het eigen terein al vroeg actief zijn. Verder was de buffer fuctie van deze zones enorm interessant: plagen zoals luizen, trips etc zijn al vroeg in deze zones te vinden. Maar de predatoren zoeken ze daar op en vermeerderen sterk. Intussen is op de aardbeien weinig tot praktisch niets van deze plagen terug te vinden.
Bloemen soorten
Jelte Plas doet onderzoek naar diverse bloemen die de goed zijn voor de Orius. Een paar van die soorten heb ik in de tabel hieronder er bij opgenomen.
Ik kreeg nog een reactie van een teler, waar ik deze foto hierboven genomen heb. Vooral de Koekoekskruid maar ook het Barbarakruid zijn een aanrader om mee te nemen tussen de bloemen. Orius, gaas- en zweefvliegen zitten daar al vroeg in het voorjaar op.
In mijn scouting app kan ik onder andere bijhouden hoe groot de druk van insecten, ziekten en dergelijke is.
Op dit moment begint de druk van meeldauw duidelijk toe te nemen. In de grafiek hieronder is dat ook duidelijk te zien. (datum staat er volgens VS format bij: maand/dag/jaar).
Goed te zien is, dat de meeldauw vanaf eind mei begint toe te nemen, maar vooral de laatste 14 dagen. Heel erg mooi te zien (dat komt niet uit de grafiek, maar zie ik in de praktijk) is, dat waar er een actievere grasmat onder de stellingen staat, het probleem met meeldauw aanzienlijk kleiner is. Daarbij is er ook een duidelijk verschil tussen rassen te zien.
Trips
Hieronder is ook goed te zien, dat de druk van trips ook begint toe te nemen: het aantal percelen waar wat trips in zit en de aantallen trips nemen toe. Er is op dit moment geen reden voor paniek, maar het is wel goed om dit in de gaten te houden.
Bladluis
De druk van bladluis begint af te nemen. Af en toe duikt er nog wel wat nieuws op, maar op de meeste percelen is de druk nu mooi stabiel, zoals hieronder in de grafieken ook te zien is.
Bij redelijk wat telers in Noord Nederland kom ik twee vormen van overdruk tegen: het afsterven van uiteinden van de plant tegen: jong blad / uitlopers / bloemtrossen. Deze krijgen dan een donkere, bijna zwarte kleur en sterven af. Het knappen van vruchten. Beide zijn te zien op de foto’s hieronder.
De kern van deze verschijnselen is bijna het zelfde: de druk in de plant wordt te hoog. Dan knapt het op de meest gevoelige plekken: jong blad, bloemtrossen en jonge uitlopers of de vrucht knapt.
De rede lijkt het volgende te zijn: – Een warme actieve wortel die zorgt voor voldoende druk – Een plant die zijn vocht niet kwijt kan door bv een (te) hoge RV dit is vaak ’s avonds als de ramen van een kas dicht gaan of bij warm weer en een plotselinge verandering van weer: regen met heel veel vocht – De EC die ineens verlaagd wordt (regen of instelling)
Oplossing: – zorg bij zulke omstandigheden voor een goed actief klimaat – iets minder water geven aan het einde van de dag (zorg dan wel voor totaal voldoende drain door bv ‘smorgens tot 13:00 wat vaker water te geven). – zorg dat de druppel EC niet plotseling daalt (normale spreiding van 0,3-0,4 bij 200-800 Watt is wel normaal)