Voor het bepalen van de optimum temperatuur bij aardbeien kijken we normaal naar de stralingssom. Bij een hogere stralingssom houden we een hogere temperatuur aan, bij een lagere stralingssom een lagere temperatuur.
Hieronder is de normale tabel te zien met de relatie tussen straling en temperatuur.
Het is heel goed te zien, dat de temperatuur begint bij 11,5 oC / 10oC (Winter). Bij een lage straling functioneert dat niet: er wordt dan aanzienlijk meer energie verbruikt, als geproduceert uit straling. Dat is te zien in gewassen die versleten zijn: geel verkleuring, geen nieuwe bloemtrossen, geen nieuw blad, en geen nieuwe witte wortels.
Bij hoge stralingen wordt de maximum temperatuur afhankelijk van het doel 15,5-23oC. Terwijl de praktijk in landen met veel straling laat zien, dat een hogere temperatuur heel goed mogelijk is. Het is zelfs vaak onmogelijk vanwege het klimaat om de doeltemperaturen te halen.
In verband daarmee heb ik de relatie tussen straling en temperatuur op basis van mijn ervaringen (geen hard onderzoek!) herschreven. Uitgangspunt daarin is het begrip groeigraaduur en joule: Joule/GDH(8). De 8 staat daarbij voor de basis temperatuur. Met dit systeem worden 2 dingen veranderd:
– de optimum lijn komt schuiner te liggen: bij een lagere straling een lagere temperatuur en bij een hogere straling een hogere temperatuur
– Joule/GDH(8) geeft een waarde aan voor de geschatte energie die een plant heeft voor groei en ontwikkeling. In de praktijk wordt ook met RTR gewerkt, voor mijn gevoel geeft Joule/GDH een betere benadering van de term.
Deze wordt op de volgende manier uitgerekent: Joule/((gem Temp – 8)*24)). Een voorbeeld:
Op een dag is er 1000 Joule straling.
De gemiddelde temperatuur = 16 oC
Berekening: 1000/((16-8)*24) = 1000/(8*24)=1000/192 = 5,2 J/GDH(8)
Hierbij gelden de volgende optimum waardes:
– geen belasting: 4-6 J/GDH(8)
– matige belasting: 5-7 J/GDH(8)
– sterke belasting: 6-8 J/GDH(8)
In een grafiek zien de beide methoden voor het normale temperatuurregime er als volgt uit:
Hier is heel goed te zien, dat bij de lage straling het systeem van J/GDH(8) een aanzienlijk lagere temperatuur geeft en bij een hoge straling een aanzienlijk hogere temperatuur.
Als we de temperatuur (J/GDH8) voor een vroege teelt inzetten, is de begin groei wat langzamer, maar de eindgroei wat sneller. Daarmee is de teelt praktisch niet later als bij de standaard tabel.
Voordeel van het werken met de J/GDH(8) is, dat dit gemakkelijk in registratiesystemen te verwerken is (bv in Excel). Dat geeft heel snel een overzicht van de J/GDH(8) waarmee gewerkt is: hoog / normaal / laag, en daarmee van de risico’s van de gerealiseerde temperaturen.
In Canada heb ik hier nu 2 jaar mee gewerkt, met mooie inzichten in wat er gebeurt in planten. Als de J/GDH(8) hoog zijn, is dat te zien in meer groei van blad, bloemknoppen en wortels. Zijn deze laag, dan valt de groei van die planten terug.
Wel belangrijk is, dat er andere argumenten kunnen zijn om met een hogere of andere temperatuur te gaan werken. Zoals bijvoorbeeld:
– het voorkomen dat een plant in rust gaat
– vruchtkwaliteit kan bij een te lage temperatuur niet goed zijn
– kasklimaat
– ziektedruk