Deze week bij bijna alle telers die ik bezocht heb was het substraat droog of te droog. EC die oploopt, planten die al wat te donker staan. Bij dit weer met veel zon, en zeker veel wind is de verdamping behoorlijk hoger dan normaal. Goed om de komende dagen even intensief te controleren.
Bladverbranding
Bij veel telers in kassen en tunnels wat verbranding in het blad. Zoals hieronder te zien is.
In bijna alle gevallen terug te herleiden tot: zonnig weer, een warme kas, waarbij op het warme blad een koude condensdruppel valt. Vervolgens verbrand het blad min of meer. In Oost Europa is dat regelmatig te zien als het in het vroege voorjaar lekker zonnig is. Dus geen reden om zorgen over te maken.
Bladluizen / Aphidoletes.
Met dit mooie weer zijn bij sommige teelten al op tijd luizen te zien. Bij een aantal telers zijn predatoren uitgezet. De Aphidoletes is daar 1 van. Deze legt eitjes bij bladluizen. Daaruit komen kleine larfjes, die de luizen opeten.
Voordeel van deze Aphidoletes is, dat ze niet door spinnen worden opgegeten. Als er niet meer gespoten wordt, kan de hoeveelheid spinnetjes in de aardbeien flink toenemen. Aphidius soorten worden dan soms voor het grootste deel weggevangen.
Hieronder een aantal foto’s van Aphidoletes: – eitjes in allerlei groottes (rood/oranje kleur tussen de haren in) – larve met een leeggezogen bladluis – larven die net begint te zuigen aan een bladluis
Voor mijzelf is pasen – pascha het mooiste feest dat we vieren. Het gaat over onze toekomst. Of zoals: – jonge groene blaadjes het bewijs zijn van bomen die er straks weer schitterend groen staan. – de bloem van de aardbeien het beeld is van de vrucht die er aankomt – de kuikentjes het mooie beeld zijn van kippen die uitgroeien, genieten van een zandbad en eieren leggen – lammetjes een kudde schapen spiegelen
Zo is Pasen / Pascha het teken van het toekomstige leven: Er is toekomst. Een toekomst die groter en mooier is dan het nu. En in die toekomst: – geen dood – geen ziekte – geen pijn – geen oorlog Saai? Ik geloof het niet Wat we daar doen zien we dan. Maar blij dat is zeker. Maar eerlijk gezegd hoop ik, dat we daar ook aardbeien zullen telen. En God van die schitterende en mooie vruchten uitdelen.
Fijne, gezegende opstandings – paas – pascha dagen voor iedereen.
Az idén nagyon korán és általános elég jó néz ki az állomány. November óta még jó fejlődött. Most a korái hajtatott szamócával lehet számolni, hogy a virágzás kb 2 hét múlva már szépen indult. Az kb 1-1,5 héttel hamarabb mint tavaly ilyenkor. A szabadföldi pedig még nagyon nem indult általános.
Tőrohadás A szép idő ellenére mégis sok helyen lehet egy kis tőrohadást találni. A tőrohadás ellen a klíma a legfontosabb. Mindig az a lényeg: – reggel gyorsan felmelegszik a sátor levegőhőmérséklete – a pára erre kicsapódik a még hideg talajra – szamócatőre – ott a nedvesen tövön – talajon indul a szürkepenész gomba, amelyik okozza a tőrohadást. Kezelni esetleg lehet, de az egy ilyen klíma mellet nem fog működni. Itt a jó szellőztetés az egyetlen megoldást: – reggel ha már kezdődik felmelegedni jó szellőztetni – a fátyolfóliát kitakarni – vissza csukni, a hőmérséklet tovább optimalizáláshoz Az a cél hogy a hőmérséklet lassabban emeljen meg és a pára csökkenjen
Lisztecske Az idén tavasszal elég sok lehet látni. Az utolsó években a Calypso engedélyt visszavonták. Eddig a Calypsonak volt melléghatása a lisztecske ellen. Az jelent hogy mostantól ősszel jobban kel oda figyelni. Most tavasszal már nehezebb kezelni. Sivanto PrimeÉ 62,5 ml/100 l víz Bió módon: Flipper (1 l/100 l víz – csak esővízzel permetezni) a növény olaj alapú szerekkel ragacsos szerekkel lehet kezelni. Akkor a felnőt lisztecske el kel érni (ami nem egyszerű: a levél fonákján lehet találni).
Levéltetvek Ahol ősszel nem sikerölt rendesen kezelni, ott most néha van valamennyi tetű. Ezek kezelni lehet még: Sivanto Prime 62,5 ml/100 l víz Bio: Flipper (1 l/100 l víz) – esővízzel vagy fordított ozmózisvízzel. másik káliszappannal. Ott is az esővíz vagy fordított ozmózis víz fontos
Hieronder een overzicht van de op dit moment (24 januari 2022) toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, Ik heb de hele tabel weergegeven. Dat betekent ook: het aantal bestrijdingen de totale hoeveelheid middel per seizoen / teelt het groeistadium het toepassingstijdstip
De hele tabel is gesorteerd: eerst naar werking en vervolgens naar de naam van het middel.
Hieronder een overzicht van de op dit moment (24 januari 2022) toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, Ik heb de hele tabel weergegeven. Dat betekent ook: het aantal bestrijdingen de totale hoeveelheid middel per seizoen / teelt het groeistadium het toepassingstijdstip
De hele tabel is gesorteerd: eerst naar werking en vervolgens naar de naam van het middel.
Voor wie het mooi vind. Deze post ik af en toe op de Engelse versie van de site.
Opnieuw wat beestjes. Deze keer niet alleen van tussen de aardbeien. Mijn vader stuurde me pas een mooie foto en ik kon het niet laten om deze ook niet te posten. De schoonheid van een libelle. Ongelofelijk wat een schepping. Die kleuren, die vleugels het geheel.
Predatoren prederen predatoren.
Deze week een interessant onderwerp in verband met predatoren: predatoren die predatoren opeten. Het maakt de biologische bestrijding van plagen een stap lastiger. Bij 12 teler waren er behoorlijk wat luizen dit jaar. Maar met vooral de Aphidoletes werd een mooie slag gemaakt (ook de Aphidius speelde een rol). Op deze manier ging het de laatste weken vrij goed met de bestrijding van de luizen. Spint nam langzaam toe in het gewas. Daarom werd de strategie daarin veranderd door grotere hoeveelheden Limonica in te zitten. Tot de introductie van Limonica ging het goed met de activiteit van Aphidoletes: bij alle luizen populaties larven en eitjes te vinden. Daarna geen eitjes meer van Aphidoletes en een toenemende populatie van luizen.
Dit maakt het gebruik van predatoren wat complexer, tegelijk ook mooier. Deze ervaringen komen overeen met een onderzoek van Wageningen Landbouwuniversiteit (WUR). Daarin wordt ook gewezen op de complexe relaties tussen plagen — predatoren en predatoren — predatoren: https://edepot.wur.nl/121105 en https://edepot.wur.nl/166164 (deze laatste in het Nederlands).
De laatste tijd begint de trips langzamerhand toch wat toe te nemen. Op dit moment is het verschil tussen telers groot. In sommige percelen neemt de trips nog toe, in andere is al mooi het resultaat van biologische / geintegreerde bestrijding te zien. Hieronder een overzicht van een aantal percelen.
In deze grafiek is het niveau van het aantal trips larven te zien (schaal van 0-5). De larven laten het duidelijkste zien of de trips vermeerdert in het gewas. Het blijkt dat de ontwikkeling van de trips vanaf half juni begon op te lopen.
Het is belangrijk om in minimaal 50% van de jonge vruchten (1 cm diameter ongeveer) roofmijtjes of eitjes van roofmijtjes te vinden diep onder de kelkblaadjes.
Meeldauw
Er is op dit moment niet zoveel meeldauw. Gewassen zijn alleen door het vochtige weer van de laatste tijd wel zacht. Bladeren hebben een dunne waslaag. Daarom is het goed om zeker als het weer wat omslaat de situatie goed in de gaten te houden en preventief in te grijpen.
Op dit moment zijn de temperaturen aardig hoger als een maand terug. Dit is ook duidelijk te zien aan veel aardbeigewassen. Die hebben het soms moeilijk.
Een van de signalen daarvan die ik zie in het veld zijn: wisselende vochtgehaltes in het substraat (regelmatige een vrij droge bak er bij) EC loopt op Drain EC loopt op Bladontwikkeling van de planten onvoldoende (kort, gedrongen, stug)
Even wat aandachtspunten voor de irrigatie met dit weer – begin : 2 uur na zonsopkomst – einde: 2-3 uur voor zonsondergang – drainpercentages van minimaal 25% -EC correctie bv: -0,3 tot -0,4 in het traject van 400-800 Watt -Normale beurtgrootte 100 ml -Eventueel als het heel droog is, ‘snachts ook: om 22:00 een beurt er bij.
De Hele relatie tussen planten, insecten en klimaat is interessant en tegelijk complet. De zelfde teeltwijzen, de zelfde kassen, de zelfde rassen en toch een totaal verschillende ontwikkeling en balans in de plant. Afgelopen week: 2 tunnelkassen van 1 teler: 1 tunnelkas met gras tussen de rijen, de andere met worteldoek tussen de rijen.
Niet alleen de aardbeiplanten zijn totaal verschillend, maar ook de predatoren, en de ontwikkeling daarvan. Met de worteldoek over de grond, of het veelgebruikte witte folie in kassen is het niet altijd gemakkelijk om predatoren in gewassen te houden. Met gras tussen de rijen, of op de grond zie ik vaak al natuurlijke predatoren ontwikkelen.
Klimaat – Predatoren Mijn ervaring is, dat onder vochtiger omstandigheden buiten en in kassen de predatoren zich beter ontwikkelen en blijven. Klimaten die wat vochtiger zijn en waar de temperatuur en RV niet als een jojo op en neer gaat, zijn veel beter voor predatoren.
Predatoren – Predatoren Een andere interessant thema is predatoren die predatoren eten. Je zet dus roofmijten van verschillende soorten uit en ze eten vervolgens elkaar of elkaars eieren op. Recente studie van WUR Wageneningen liet zien dat dit regelmatig voorkomt. Niet alleen de Orius die bijvoorbeeld eitjes eet van de Aphidoletes. Maar ook Orius die luizen eet. En verschillende roofmijten die elkaar te lijf gaan. Ik zie ook regematig in kassen waar niet gespoten wordt, dat er veel spinnen voorkomen. Spinnen die goed zijn voor wat predatie van gevleugelde bladluizen. Maar jammer genoeg ook voor sommige Aphidius soorten. In het volgende artikel is hier meer over te lezen: https://link.springer.com/content/pdf/10.1007/s10526-012-9462-2.pdf
Klimaat voor aardbeien Net zoals voor heel veel planten, is het klimaat voor aardbeien ook belangrijk. Vooral stabiliteit van het klimaat. Zo gauw de fluctuaties van het klimaat te groot worden (Hoge – Lage temperatuur / Hoge – Lage RV), ontwikkelen planten zich minder goed en ontstaan er gemakkelijk problemen met bijvoorbeeld Meeldauw. In West Europa hebben we geprobeerd om dit probleem op te lossen met hogedruk verneveling. Maar jammer genoeg bereikten we daarmee het tegenovergestelde: meer problemen met meeldauw. In Kassen met stellingen en gras daaronder, zien we dat de binnen temperatuur tot 7oC lager kan zijn als de buiten temperatuur. In kassen met zwart worteldoek, zijn de temperaturen al gauw 3-5 oC hoger als buiten. Een enorm verschil.
Omgeving / schuilplaatsen / voedsel In het geval van buitenstellingen, kunnen bloemenstroken de natuurlijke orius, aphidius, zweefvliegen en gaasvliegen enorm stimuleren. Grote aantallen natuurlijke vijanden vestigen zich daar en zijn in het voorjaar weer op tijd te zien. Een aantal telers in Nederland heeft niet productieve stroken langs de stellingen ingezaaid met voor predatoren aantrekkelijke bloemen mengsels. Daarin heb ik schitterende balansen gezien van orius – trips, luizen – gaasvlieg + zweefvlieg.
Samenvatting De teelt van aardbeien met het gebruik van predatoren, is meer als alleen wat predatoren uitzetten. Mogelijke schuilplaatsen, klimaat en de interactie tussen predatoren zijn allemaal enorm belangrijk. Probeer te denken over zoveel mogelijk relaties tussen de aardbeien – predatoren – klimaat – omgeving etc. en gebruik ze bij het optimaliseren van de IPM strategie.